In de zeventiende eeuw heeft een bijzonder gezelschap zich gevestigd in Slot Thetinga in het Friese Wiuwert: de labadisten. Jean is door zijn moeder meegenomen naar deze sekte, maar terwijl zij denkt het ware geloof te hebben gevonden, krijgt hij steeds meer twijfels.
Waarom wordt hij steeds maar niet gezegend? Waarom willen de broeders zo graag de rijke boer Annes bij hun sekte inlijven? En wat moet hij met Hieke, het meisje in jongenskleren dat door iedereen als gedrocht wordt gezien, maar dat hij eigenlijk heel bijzonder vindt?
Het wringt steeds meer: het verschil tussen het harde leven dat Jean moet leiden en de rijkdom waarvan de leiding lijkt te genieten. Samen met de blinde Isaac en de stoere Hieke proeft hij steeds meer van het leven buiten de sekteā¦ en zijn twijfel groeit.
Margaretha van Andel treedt op bijzondere wijze in de voetsporen van de historische jeugdboekenschrijvers van Lemniscaat.