In januari 1944 worden twee Engelse piloten, James en Bryan, tijdens een verkenningsvlucht boven Duitsland neergeschoten. Omdat ze geen uniform dragen, zullen ze als spionnen worden terechtgesteld als zij in handen van de Duitsers vallen. Maar de twee slagen erin op een trein te springen.
Dit blijkt een ziekentransport te zijn dat op de terugweg is van het Oostfront. In de hoop dat ze op een later tijdstip de kans krijgen te vluchten, gooien James en Bryan resoluut twee gewonde soldaten uit de trein en nemen hun plaatsen in...
Het ziekentransport eindigt in het Alfabethuis, een psychiatrisch ziekenhuis, midden inhet vijandige Duitsland. Terwijl buiten de oorlog in volle hevigheid woedt, ontdekken James en Bryan dat zij de identiteit hebben aangenomen van twee hooggeplaatste SS-officieren. Ze beseffen dat ze in hun rol moeten blijven om te overleven. Maar kun je maandenlang een geestesziekte simuleren, zonder daadwerkelijk geestelijk ziek teworden? En zijn zij de enigen in het Alfabethuis die doen alsof?
Het Alfabethuis is geen roman over de oorlog, maar over de relaties tussen mensen die onder een onbegrijpelijke druk staan. Een huiveringwekkende thriller die de lezer van begin tot eind in zijn greep houdt.