Je leert twaalf Drentse kinderen kennen, van vroeger en nu. Wubbe die samen met zijn vader in één nacht een plaggenhut moet bouwen,willem die elke dag na school naar zijn oom rent, omdat die zijn dierentuin aan het inrichten is en Zwaant je die zich afvraagt of het dode meis je dat in het veen is gevonder op haar lijkt.
Het zijn kinderen net als jij, maar ze dragen kleren uit hun tijd, wat ze eten is soms anders en ze doen dingen die in hun tijd gewoon waren. Wat hetzelfde is, is hoe ze zich voelen. Ze zijn bang,verliefd, krijgen de slappe lach, doen dingen die hun moeder niet mag weten en maken zich zorgen. Je leest het allemaal in de avonturen die ze beleven.
Als je het verhaal hebt gelezen kun je kijken waar de kinderen woonden, werkten en speelden. De hut waar Sam in de oorlog zat ondergedoken, het deftige huis van Gesina en de drukkerij waar Hilbert werkte toen hij de letters liet vallen.
Je kunt niet alleen dingen bekijken, je kunt ook dingen doen. Net als Girbe kun je met de schaapherder mee, je kunt Drentse koekjes bakken, sterren kijken en een zandtapijt maken zoals Pietertien dat in haar boerderij had. Als je het boekje uit hebt, begrijp je hoe avontuurlijk Drenthe is.
Veel plezier in Drenthe!