De Russische beau monde in de jaren dertig
Moskou, 1930. De revolutie krijgt burgerlijke trekken. De communistische elite amuseert zich kostelijk in de periode tussen de revolutie en het bloedbad van de Tweede Wereldoorlog. Als correspondent in de Russische hoofdstad bezoekt Malaparte de elegante soirées van de nomenklatoera. Daar ontmoet hij Boelgakov en Majakovski maar ook de zus van Trotski en Semionova, de sterdanseres van het Bolshoi ballet, en natuurlijk Stalin, wiens schaduw reeds boven de hoofden van alle aanwezigen hangt. De marxistische adel van de USSR in zijn gloriedagen voor de val, dat is het onderwerp van deze vertelling. Malaparte begon met het schrijven van deze autobiografische roman aan het eind van de oorlog maar voltooide hem nooit. Het blijft een van zijn meest markante teksten, waarin hij met messcherpe ironie de geschiedenis van zijn tijd becommentarieert.