Het eerste versje over het beertje Pippeloentje (...heeft geen sok en heeft geen schoentje...) werd in 1950 opgenomen in de bundel Het fluitketeltje. Sindsdien hebben ontelbaar veel kinderen in Nederland de vresjes over Pippeloen gekoesterd, van buiten geleerd, opgezegd. Het bijzondere is dat de versjes door dat intensieve gebruik niet zijn versleten - integendeel, en dat is natuurlijk het geheim van hun maakster, Annie M.G. Schmidt. Bij de toverkunst van Annie M.G. Schmidt heeft Harrie Geelen zijn duivelskunst gevoegd. Zo zal het beertje Pippeloentje de trouwe kameraad van generaties kinderen blijven.