Vertaald door Vincent Hunink
Ingeleid door Rogier van der Wal
De Grieks-Romeinse cultuur is ondenkbaar zonder goden. Hun tempels en afbeeldingen, en vooral hun talrijke verhalen vervulden de wereld. Maar bestonden de klassieke goden ook echt, en zo ja, wat deden zij? Daarover debatteerden vooral filosofen. En die waren het, zoals vaak, grondig met elkaar oneens. De volgelingen van Epicurus zagen voor goden een minimale rol weggelegd, terwijl de invloedrijke Stoïcijnen goddelijke machten juist overal werkzaam zagen. Beroepstwijfelaars zoals de Academici lieten de zaak bij voorkeur open.
De verschillende ideeën over goden staan handig bij elkaar in een belangrijk en invloedrijk boek uit de oudheid zelf. Het is geschreven door de Romeinse staatsman, redenaar en schrijver Marcus Tullius Cicero (106-43 v.Chr.). In de klassieke vorm van een dialoog tussen geleerde heren laat Cicero de meest essentiële vragen en antwoorden de revue passeren. Natuurlijk strooit hij gul met citaten, vooral van dichters. In 'Cicero, Het bestaan van de goden' komen Griekse filosofie en Romeinse literatuur prachtig samen.