Hoe je het blauw van de wereldkaart doorkruist en wat je er allemaal tegenkomt, niet in de laatste plaats: jezelf. Als het paradijs bestaat, dan moet het op een van de idyllische eilanden in de Stille Oceaan zijn. Toch? Op Vanuatu overleeft Iris Hannema de verwoestende cycloon Pam, in Nieuw-Caledoniƫ dreigt een rassenoorlog, op Tonga wordt ze high van een aftreksel van de kavawortel. In Fiji wordt ze beroofd en maakt ze de zwaarste bootreis ooit met tonijnvissers. Vreemdgaan blijkt een mensenrecht voor Samoaanse mannen en op Bora Bora blijkt haar campingeigenaar stervende. Iris ging als twintiger en komt terug als dertiger. Heeft ze het paradijs gevonden?