‘Ik hef mijn glas en proost met mijn oudste zoon. Boven slapen zijn zwangere vrouw en zijn dochter. Buiten is de maartnacht koud en helder. “Op het leven!” zeg ik wanneer de glazen tegen elkaar stoten met een breekbaar en mooi geluid. Mijn moeder zegt iets tegen de hond. Dan gaat de telefoon. We nemen niet op. Wie zou ons zo laat op een zaterdagavond kunnen bellen?’
In maart 2015 overlijdt Naja Marie Aidts zoon Carl op 25-jarige leeftijd door een tragisch ongeluk. Het boek van Carl beschrijft het eerste jaar na dat verschrikkelijke telefoontje tot de schok van zijn dood langzaam wordt gedempt. Het is zowel een nuchter verslag over hoe het is om te leven na het verliezen van een kind – het laat zien hoe verdriet je relatie met de werkelijkheid, je geliefden en de tijd verandert – en een poëtisch boek over verlies en liefde.