De verteller, ‘Ik’, is de jonge minnaar van een getrouwde vrouw in een flat in de provincie, een baby die achter een schildpad aan kruipt in een Romeins souterrain, een echtgenoot in een appartement in Turijn, een bohémien op een Parijse zolder, een tiener die in een vakantiehuisje door zijn vader wordt geslagen en een jonge student die op een morsig matras slaapt. En soms is hij iemand die de deur van een lege woning achter zich dichttrekt.
Welke huizen bewaren de ontbrekende stukjes van onszelf? Welke geschiedenis vertellen zij? Bewaren zij een herinnering aan ons en aan degenen die er vóór ons leefden? Bajani’s virtuoze roman toont alle verhalen die in de ogenschijnlijke stilte van de dingen besloten liggen.