Job kan niet staan en niet lopen. Niet lezen en niet rekenen. Vrolijk en ongecompliceerd begint hij elke ochtend aan een nieuwe dag. Job heeft geen weet van zijn eigen broze gezondheid, van oorlogen of van mensen die elkaar naar het leven staan.
Achttien jaar lang beschreef Annemarie Haverkamp de wereld door de ogen van haar zoon Job. Ze begon al met haar columnserie in De Gelderlander toen ze zwanger was, in dezelfde periode dat Máxima ook haar eerste kind verwachtte. Totaal onverwacht bleek Job bij zijn geboorte een zeldzame chromosoomafwijking te hebben.
Annemarie documenteerde zijn hele leven, tot hij bijna achttien jaar later overleed. In Het boek van Job laat ze zien hoe bijzonder de alledaagse dagen met Job waren. Dit is een monument voor een ontwapenend kind en het warme gezin waarin hij altijd zichzelf kon zijn.