Het Boek Van Violet En Dood was decennia lang het boek dat niet geschreven kòn worden, omdat het alle andere boeken overbodig zou maken, de Bijbel en het Telefoonboek uitgezonderd. Het gedroomde boek, het ultieme boek, het mysterieuze boek. Groot was dan ook de gebeurtenis die het jaar 1994 de Nederlandse letteren uit hun winterslaap deed ontwaken: daar was de langverwachte, niet meer voor mogelijk gehouden roman dan toch.
In Het Boek Van Violet En Dood, een roman vol mijmeringen, fantasieën, commentaren, rêverieën en uitweidingen, snijdt Gerard Reve alle thema's aan, die hij in zijn oeuvre heeft verwerkt. Zijn geliefkoosde thema's en motieven inzake Dood en Liefde (de 'mededogenloze jongen') komen opnieuw aan de orde.
In deze klassieke roman maakt Reve niet alleen zijn opvattingen over de Dood als het Enige en Grote Thema van Alle Kunst duidelijk, maar ook over literatuur en het schrijversschap.