Sinds een kleine twintig jaar bezit Dik van der Meulen een huisje op een vakantiepark aan de rand van het bos. Omdat de natuur altijd in beweging is – dag en nacht, in de zomer en in de winter – besloot hij een dagboek bij te houden: op ongeregelde momenten, omdat de natuur zich evenmin iets van regels aantrekt. Daarbij maakte hij vaak – soms haastig, soms met wat meer aandacht – tekeningen van wat hij zag.
In dit natuurdagboek komt veel voorbij: van bosvogels, edelherten en dassen tot mossen en paddenstoelen, maar ook ontmoetingen met wandelaars, boswachters, jagers en boeren, want in het Nederlandse bos ben je zelden alleen. Dat de natuur door toedoen van de mens verandert, blijkt uit het dagboek eveneens: door klimaatopwarming en stikstofuitstoot zijn sommige planten en dieren die je twintig jaar geleden regelmatig zag, zeldzaam geworden of verdwenen. Toch zijn er ook nieuwe soorten bijgekomen. Ook hierin is de natuur in beweging.
In dit natuurdagboek komt veel voorbij: van bosvogels, edelherten en dassen tot mossen en paddenstoelen, maar ook ontmoetingen met wandelaars, boswachters, jagers en boeren, want in het Nederlandse bos ben je zelden alleen. Dat de natuur door toedoen van de mens verandert, blijkt uit het dagboek eveneens: door klimaatopwarming en stikstofuitstoot zijn sommige planten en dieren die je twintig jaar geleden regelmatig zag, zeldzaam geworden of verdwenen. Toch zijn er ook nieuwe soorten bijgekomen. Ook hierin is de natuur in beweging.