De vondst van een babylijkje in een toilet van het Sint-Pietersstation in Gent trekt een streep door Mauds citytrip met haar kinderen. Van de moeder geen spoor, een bedelarmbandje besmeurd met bloed en slijm is de enige aanwijzing. Tijdens het onderzoek ontmoet Maud een voormalige medestudent criminologie met wie ze vijfentwintig jaar geleden een passionele onenightstand beleefde. Ze raakt opnieuw gecharmeerd door zijn doortastende, haast brutale aanpak. Tezelfdertijd komt Mauds tienerdochter Lara in contact met een uitgeput Aziatisch meisje dat haar een clandestiene wereld onthult waarvoor ze op de vlucht is geslagen. Lara kan de gruwelijke dingen die Maya vertelt niet alleen verwerken en neemt contact op met de speurders Max en Gijs, die achter de rug van hun chef Maud een parallel onderzoek starten.
Niet alleen naar de moeder van de baby, maar ook naar de ware identiteit van de plots opgedoken vriend-politieman die Maud bijna zichtbaar manipuleert. De sympathieke speurders worden meegesleurd in een geraffineerd circuit van orgaantransplantaties. In hun pogingen om Maud te behoeden oor een ontluikende maar gevaarlijke verliefdheid, raken ze steeds meer verstrikt in een wereldwijd netwerk waarin mensenlevens slechts handelswaar zijn.