Onverwacht krijgt Paulus het in zijn eigen grote bos aan de stok met een stel vervaarlijke rovers: Willie de wezel, Harrie de hermelijn en Bennie de bunzing. Allemaal zijn ze verzot op muizen, jonge konijntjes, vogeltjes en padden en ze laten zich beslist niet door de boskabouter verjagen.
Een verhaal over eten en gegeten worden, waarin Paulus tracht zowel de kip als de eieren te sparen.