Het is intussen al meer dan tien jaar geleden dat ik T met een koffer vol geld verliet. De jonge vrouw die met hem mee was gegaan, ken ik niet meer, maar heb ik mezelf eigenlijk ooit gekend, liet ik me niet gewoon meevoeren door een onbegrijpelijke geldstroom? Wat me ervan weerhouden heeft ons verhaal op te schrijven, is in ieder geval niet mijn vermoeden dat T een duivel is, maar misschien eerder deze vraag: als T een duivel is, wat ben ik dan?
Olivia ontmoet in Kopenhagen een Britse zakenman die haar na één afspraak uitnodigt om bij hem langs te komen in Londen. Ze besluit te gaan, ook al moet ze twee weken in quarantaine in het appartement van deze man die ze amper kent. Het zouden wel eens de ideale omstandigheden kunnen zijn om eindelijk die roman te schrijven over T, de man met wie ze in haar tijd als jonge sekswerker een duivels pact sloot.