Ali Smith is een van onze meest speelse, vindingrijke schrijvers - 'een genie, waarachtig modern in alle opzichten', aldus Alain de Botton - en haar duizelingwekkende nieuwe roman sprankelt van leven en vertelplezier. Het een als het ander is niet alleen een briljant met elkaar verweven tweeluik, maar speelt ook met de manier waarop wij lezen. Smith vertelt twee levensverhalen: dat van het Engelse tienermeisje George anno 2013, en van Renaissanceschilder Francesco anno 1460. George raakt gefascineerd door het werk van Francesco, terwijl de schilder George vanuit een andere dimensie observeert. De beide helften van de roman raken op onverwachte manieren met elkaar verstrengeld. Tegelijkertijd staan ze los van elkaar en kunnen, aldus de auteur, best in willekeurige volgorde worden gelezen. Of niet? Hoe bepalend is de ordening van een verhaal voor de betekenis die wij eraan hechten?
Conform de instructies van de auteur wordt Het een als het ander op twee verschillende manieren uitgegeven. Bij één helft van de oplage is het eerste verhaal dat van George, bij de andere helft begint het boek met Francesco's verhaal. Op het eerste gezicht is er geen verschil te bekennen; lezers zullen de ene of de andere versie willekeurig aanschaffen.