Het eerste jaar De achttienjarige Jentel heeft de dagen tot ze thuis weg kon afgeteld, maar haar nieuwe leven op kot valt ook niet mee. Het gebouw waar ze terechtkomt is allesbehalve een luxehotel en sommige van de andere studenten zijn vreemde figuren. Om het allemaal nog moeilijker te maken, moet Jentel het met steeds minder geld stellen waardoor ze vaak niet eens voldoende eten kan kopen. Gelukkig maakt ze snel vriendinnen, maar het is de vraag of die wel kunnen wennen aan Jentels onstuimige karakter, en aan de grapjes die ze uithaalt om haar zorgen te verdrijven.