In een oude villa op het Italiaanse eiland Procida woont een jongen met zijn vader. Arturo gaat niet naar school en brengt zijn dagen door in de wilde, weelderige natuur van het eiland. 's Avonds leest hij boeken over grote ontdekkingsreizen en het mysterieuze Oosten uit de bibliotheek van zijn vader Gerace. Die is zijn grote voorbeeld: groot, blond, onverschrokken - zoals de helden uit Arturo's boeken, die geheel hun eigen weg gaan.
De grote afwezige in huis is de moeder van Arturo, die in het kraambed overleed en nu als een heilige wordt vereerd door haar zoon. Er is geen vrouw ter wereld die bij haar in de buurt kan komen en zowel Arturo als zijn vader ontbreekt het aan enige interesse in en respect voor vrouwen.
Maar dan op een dag keert zijn vader terug op het eiland met een jonge vrouw, met wie hij net blijkt te zijn getrouwd. Ze is maar twee jaar ouder dan Arturo en staat als brave gelovige uit de grote stad voor alles wat hij verafschuwt. Langzaam maar zeker wordt de paradijselijke microkosmos waarin Arturo leeft doorgeprikt.