Albert Vigoleis Thelen beschrijft in deze roman de avonturen van Beatrice en Vigoleis op het eiland Mallorca van 1931-1936. Met barokke, onuitputtelijke fabuleerkunst vertelt Thelen op schalkse wijze en met de gewisse ondergang van zijn helden voor ogen over smokkelaars, hoeren, dubieuze emigranten en valse gentlemen. Hij beschrijft hoe Vigoleis en Beatrice in een zeer bedenkelijk huis van plezier belanden, hoe ze zich als toeristengids voordoen om aan geld te komen en hoe Vigoleis emplooi vindt als schrijfhulp van Robert (von Ranke) Graves. Het tweetal blijft niets bespaard, en als ze na bijna duizend bladzijden het eiland verlaten op de vlucht voor generaal Franco, wrijft de lezer zijn ogen uit en zou hij liefst meteen weer van voren af aan beginnen te lezen.
'Het mooiste boek uit de 20ste eeuw' - Maarten 't Hart
'Als je Het eiland van het tweede gezicht uit hebt, heb je iets meegemaakt' - NRC Handelsblad
'Thelens roman biedt zo'n intens leesavontuur, dat je naast dit boek eigenlijk even geen eigen leven kunt gebruiken... In geen jaren heb ik een rijker boek dan Het eiland van het tweede gezicht gelezen' - de volkskrant