Op een nacht droomt de vertelster dat haar oude, slechtziende moeder te voet de honderd kilometer heeft afgelegd die hen scheidt. Die droom luidt een periode in waarin moeder en dochter, die van elkaar vervreemd waren, allengs weer naar elkaar toegroeien. Hoewel de moeder het liefst in haar huis zou willen sterven, kiest ze er op haar negenennegentigste voor naar een zorginstelling te gaan. Een vrijwillige ballingschap die, wanneer de pandemie wat later uitbreekt, verandert in opsluiting en volstrekt isolement. De dood neemt haar mee zonder dat ze haar kinderen nog heeft kunnen zien.
Lees het interview met Katelijne De Vuyst over het vertalen van Caroline Lamarches 'Het einde van de bijen' hier: https://www.hebban.nl/artikelen/vertalersgeluktournee-katelijne-de-vuyst-over-het-einde-van-de-bijen