De hoofdpersoon van deze novelle is een drieëndertigjarige schrijver. Het schrijven wil niet meer lukken en hij zoekt verpozing in het caféleven van nachtelijk Amsterdam. Op een zomernacht ontmoet hij een beeldschone vrouw met haar afschrikwekkende handtastelijke moeder-begeleidster en hun chauffeur. Na diverse consumpties vertrekken zij in de richting van een woonwagenkamp in Purmerend.
Het engeltje, dat in 1995 voor het eerst verscheen, is Wessel te Gussinklo op zijn toegankelijkst.
Het engeltje, dat in 1995 voor het eerst verscheen, is Wessel te Gussinklo op zijn toegankelijkst.