Priester Leo Newman heeft roem verworven door zijn opzienbarende bevindingen over het Evangelie. Hij dateert de oudste fragmenten van het Evangelie, die gevonden zijn in de Dode Zeerollen, in de eerste eeuw. Daarmee biedt hij tegengif voor de stelling dat de Evangelies latere uitvindingen van de kerk zijn. Maar terwijl hij tegenover de buitenwereld de kracht en authenticiteit van het Christelijk geloof bepleit, groeit binnen in hem de twijfel. En dan is er de openhartige Madeleine Brewer, die zonder schroom in zijn gevoelsleven woelt en zorgvuldig weggestopte herinneringen wakker roept. Juist als Newman zich met ziel en zaligheid aan Madeleine overgeeft, moet hij naar Israël omdat daar een nieuwe rol is gevonden, die het evangelie van Judas lijkt te bevatten. Een vervalsing, tracht hij zichzelf eerst nog voor te houden, maar over de echtheid van het ooggetuigenverslag van Judas, die aan Jesus' graf stond en hem niet zag herrijzen, kan geen twijfel bestaan. Een andere ontdekking brengt hem nog meer uit balans: zijn relatie met Madeleine blijkt gebaseerd op onbegrip en misverstand, op bedrog en zelfbedrog, en krijgt een onverwacht fataal besluit.