Als Jonathan Simmers na tien jaar zijn vader weer ontmoet, overhandigt die hem de urn met de as van zijn moeder. Terwijl zijn vader hun relatie graag nieuw leven wil inblazen, vraagt Jonathan zich in de week die volgt af wat de noodzaak daarvan is; waarom zou hij zich nu opeens verbinden met de man die er nooit was? Intussen zorgt hij voor zijn halfzus, Lieke, die zich niet thuis voelt in haar huidige leven en er af en toe lijkt uit te vallen. Zoekend naar hulp wendt Jonathan zich soms tot zijn moeder – kleine gebeden om richting en helderheid, voor zichzelf, voor Lieke. Het gebed van Jonathan Simmers is een ontroerende roman over een poging grip te krijgen op de tijd, een verhaal over het verbinden van heden en verleden, van leven en dood.