In het gebied van Nevski leren we een schrijver kennen die aan een taalstoornis lijdt: tijdens een reis door Rusland is hij door het ijs gezakt, waarna hij door onderkoeling een hersenbeschadiging heeft opgelopen. Zijn neuroloog adviseert hem elke dag iets te schrijven. Voorzichtig gaat hij op zoek naar houvast op zijn toetsenbord, de woorden exploderend als vormden zij het stratenplan van zijn woonplaats. Het gebied van Nevski is een indringend portret van twee mannen die proberen vast te stellen wat de mens zo uniek maakt. De wetenschapper onderzoekt daartoe de hersenen, de schrijver verkent de taal.