De families De Boer en Mastenbroek brengen hun zomervakantie door aan een meer in het zuiden van Frankrijk, aan de rand van de Alpen. Tijdens een wandeltocht door de bergen wordt een deel van het gezelschap overvallen door een hevige onweersbui. Gelukkig vinden ze een droge schuilplaats in een grot. Terwijl ze zitten te wachten tot het droog wordt, ontdekken de kinderen een andere, geheime grot. Een oude Fransman die zij ontmoeten, vertelt hen over de tijd van de hugenoten en de Tweede Wereldoorlog. Zou dat allemaal te maken hebben met de geheime grot? Langzaam maar zeker blijkt dat gebeurtenissen uit het verleden een grote rol kunnen spelen voor het heden en dat er daarbij Een is die alles bestuurt.