Het zal je maar overkomen. Te vroeg ontwaken uit je winterslaap, terwijl je hele familie nog in een diepe slaap verzonken is. Buiten is het koud, wit en akelig stil. Moem voelt zich eenzaam. Hij mist zijn vrienden, de bekende plekjes, alles wat veilig en vertrouwd is. Maar hij ontdekt dat hij niet alleen is. Het wordt een vrolijke bende in het Moeminhuis. Maar wat zal Mamamoem zeggen als ze wakker wordt en de berg afwas ziet en de troep in de huiskamer? Als ze hoort wie er nu achter de kachel woont? Als ze merkt dat er spullen weg zijn en de hele voorraad jam op is? Moem houdt zijn hart vast. Maar toch kan hij nauwelijks wachten op de lente …