Paloma, dochter van een visser, woont op een eilandje in de golf van Californië. Iedere dag roeit ze met haar bootje de zee op, legt aan bij een uit het water oprijzende rots en glijdt de azuren pracht en de dodelijke schemerwereld onder water in. Aan de voet van de rots, tweehonderd meter beneden de zeespiegel, beneemt het fascinerende panorama haar steeds opnieuw de adem. Op een dag lijkt het alsof het water bij de rots donkerder is dan anders. Maar dan beweegt het donker en Paloma ontdekt een opwindend fenomeen: een intrigerend geheim, dat ze met alle geweld voor zichzelf wil bewaren.