‘Je mag ermee doen wat je wilt,’ zegt Kees van Zweden als hij op zijn sterfbed zijn dagboek aan zijn dochter Corien overhandigt. De dagboekteksten zitten opgeborgen in 33 volle ordners, tellen meer dan drie miljoen woorden en beslaan ruim 55 jaar.
Als Corien begint te lezen, wordt haar opnieuw duidelijk dat het leven van haar vader draaide om twee grote thema’s: God en de oorlog. Centraal staat een avond in 1943 waarop Kees als veertienjarige moest toezien hoe zijn diepgelovige vader vanwege zijn verzetsactiviteiten werd gearresteerd en weggevoerd. Pas veel later zal blijken dat de oorlogservaringen Kees ingrijpend in conflict hebben gebracht met het gereformeerde geloof waarmee hij werd opgevoed. Een leven lang bleef hij ermee worstelen en erover schrijven.
Tachtig jaar na die arrestatie volgt Corien het spoor terug. Langzamerhand ontdekt ze hoezeer zij zelf de worstelingen van haar vader en opa heeft geërfd. Hoe laat je de vragen van je ouders en hun ouders achter je?