Na jaren zwoegen heeft de Mexicaanse mijnexploitant Mauro Larrea rond 1880 eindelijk fortuin gemaakt. Maar het noodlot slaat toe en binnen de kortste keren is hij alles kwijt. Bij een woekeraar sluit hij een lening af en vertrekt naar Cuba, in de hoop het geld daar succesvol te kunnen investeren. Het lot beslist anders. Tijdens een biljartwedstrijd in Havana wint hij de erfenis van zijn tegenstander: een huis, een wijngaard en een bodega in Andalusië. Hij reist af naar deze Zuid-Spaanse streek, van plan de boel zo snel mogelijk te verkopen. Maar daar ontmoet hij Soledad Montalvo, de vrouw van een Londense wijnhandelaar, die hem een wereld vol verhoudingen en intriges in trekt.
María Dueñas keert in Het geluk van een wijngaard terug naar de koloniale tijd van Het geluid van de nacht. In een wervelend verhaal vol verwikkelingen en cliffhangers neemt ze de lezer mee van de jonge republiek Mexico naar het prachtige koloniale Havana, en van West-Indië naar het Andalusië van de tweede helft van de negentiende eeuw. Ze vertelt over tegenslagen en overwinningen, over zilvermijnen, familiegeheimen, boomgaarden en wijnkelders, en over prachtige steden waarvan de grandeur van de bladzijden straalt.