Op de vooravond van Poetins afscheid als president – voorjaar 2008 – maakt De Boose een balans op. Hij onderzoekt hoe de situatie geëvolueerd is sinds het einde van de Sovjetunie. Hij neemt de lezer mee op een lange reis door de ruimte en door de tijd. Zo legt hij meer dan 12.000 kilometer af, van Moskou naar Vladivostok en van Sint-Petersburg naar de Kaukasus.
De tijd die hij beschrijft, beslaat meer dan een millennium. Tijdens zijn talrijke reizen, die hij aaneenknoopt tot één ononderbroken verhaal, gaat hij op zoek naar wat het geluk van Rusland zou kunnen zijn.