In de ijskoude winter van 1942 reist de jonge Amsterdamse advocaat Anton van Buuren door bezet Europa. Na dagen van ontbering bereikt hij het neutrale Zwitserland. In een versleten aktetas smokkelt hij voor bijna twee miljoen gulden aan effecten mee voor zijn joodse vriend Salomon Pinto.
Als bijna zestig jaar later de kleindochter van Pinto op zoek gaat naar het fortuin van haar grootvader, belandt ze in een schemergebied van goed en kwaad, en is het onduidelijk wie ze nog kan vertrouwen.