Een jongeman komt in het tempelcomplex van de Mongoolse hoofdstad Oelan Bator een oude blinde man tegen. Deze vertelt hem, in ruil voor de nodige flessen wodka, zijn levensverhaal en dat van zijn vader. Beider levens zijn getekend door het communisme. De vader, een heilige man van groot aanzien, bekeerde zich tot het communisme en is daarna gedesillusioneerd gestorven. De zoon kon in Rusland studeren, ontmoette Stalin, ontdekte wat er met de cultuurschatten van zijn vaderland is gebeurd en kwam tot inkeer. Een tragische gebeurtenis voorkwam echter dat hij in eigen land een revolte tegen het communisme kon ontketenen.