Engeland, ten tijde van Hendrik de Achtste.
Aleyah is gelukkig met het rondreizende bestaan van haar volk, ook al is dit leven niet makkelijk. Op een nacht slaat het noodlot toe en alleen Aleyah en haar beste vriend Manitas weten te ontkomen aan een brute moordpartij. Ze belanden in een herberg waar Aleyah moet dansen voor de gasten, in ruil voor wat eten en een slaapplek in de stallen. Op een avond ontmoet ze een man die haar niet onberoerd laat. Deze graaf lijkt ook alleen maar oog voor haar te hebben. Maar dan komt Aleyah erachter dat hij de graaf van Weshley is, de man die achter de aanval op haar familie zat. Ze trekt naar Londen, maar de graaf raakt ze niet zomaar kwijt…
Aleyah is gelukkig met het rondreizende bestaan van haar volk, ook al is dit leven niet makkelijk. Op een nacht slaat het noodlot toe en alleen Aleyah en haar beste vriend Manitas weten te ontkomen aan een brute moordpartij. Ze belanden in een herberg waar Aleyah moet dansen voor de gasten, in ruil voor wat eten en een slaapplek in de stallen. Op een avond ontmoet ze een man die haar niet onberoerd laat. Deze graaf lijkt ook alleen maar oog voor haar te hebben. Maar dan komt Aleyah erachter dat hij de graaf van Weshley is, de man die achter de aanval op haar familie zat. Ze trekt naar Londen, maar de graaf raakt ze niet zomaar kwijt…