Even dachten we dat we de enigmatische en briljante FBI-agent Aloysius Pendergast niet meer terug zouden zien na de titanenstrijd met zijn boosaardige tweelingbroer Diogenes in Dodenboek. Maar... Pendergast en zijn beschermelinge Constance bezoeken het Tibetaanse klooster waar hij in de boeddhistische leer is ingewijd, op zoek naar zielenrust voor haar. Daar blijkt een ongekend gevaarlijk kunstvoorwerp gestolen te zijn, dat de monniken generaties lang met hun leven hebben verdedigd. Ze zijn wanhopig. Pendergast besluit het op te sporen, al weet hij er maar bitter weinig van. Ook de monniken kunnen hem niet wijzer maken: ze hebben er nooit een blik op geworpen, want alleen al ernaar kijken zou de ongekende krachten ervan ontketenen. De speurtocht brengt Pendergast en Constance naar de Britannia, 's werelds grootste en meest luxueuze oceaanstomer ooit en leidt tot een Atlantische oversteek die strak staat van spanning en onverwacht gevaar. En... is Pendergasts tweelingbroer en aartsvijand nu echt dood?