Over de oorlogservaringen van Mathildes vader, Mart, wordt thuis niet gesproken. 'Zijn verhaal is heel gewoon. Ik heb ook geleden, maar nu kijken we vooruit', antwoordt moeder als haar dochter ernaar vraagt. Als 22 jaar na de oorlog een gebeurtenis de vader opsluit in zwijgen, dwingt zijn vrouw hem een verzetsuitkering aan te vragen. Mart wordt getoetst door psychiater Brakmeijer, aan wie hij voor de eerste keer vertelt over zijn gruwelijke tijd als dwangarbeider in Duitsland en over zijn vlucht terug. Omdat Mathilde het zwijgen van haar vader wil doorbreken leest zij op hetzelfde moment in het geheim zijn oorlogsdagboek. Geleidelijk wordt de indringende geschiedenis onthuld van een overlever die de oorlog zag als leerschool. Dat Mathilde het verhaal van haar vader eindelijk kent, sterkt haar in het zetten van stappen op weg naar haar eigen vrijheid.