Het prachtige landhuis Pencraw Hall is altijd het zomerhuis van de familie Alton geweest. Hun vaste grapje is dat een uur op het landgoed twee keer zo lang duurt als in Londen, maar dat je niet meer dan de helft gedaan krijgt. Het leven is er loom en ontspannen en eigenlijk gebeurt er nooit iets. Totdat, op een mooie zomerdag, het allerergste gebeurt.
Tientallen jaren later zijn Lorna Smith en haar verloofde in Cornwall op zoek naar de perfecte trouwlocatie. Lorna heeft een zwak voor het vervallen landgoed dat ze zich herinnert uit haar jeugd – in haar ogen zijn de stoffige kandelaars en de -wilde bloemen die tussen de vloerplanken door groeien het toppunt van romantiek. Maar als ze, gekerfd in een boomstam, een verontrustende boodschap vindt, beseft ze dat het verleden – dat van haarzelf én dat van het huis – duisterder is dan ze zich wil herinneren.
Steeds dieper wordt Lorna de geschiedenis van het huis in getrokken. Wat is er gebeurd, al die zomers geleden?