De gedichten van Philip Hoorne nemen een loopje met het realisme en surrealisme van alledag. Vaardig combineert hij het verhevene met het aardse en zodoende confronteert hij de lezer met de banaliteit van het leven in al zijn glorie.
Na 'Grootste Hits! De Jaren Nul', waarmee hij eind 2009 zijn eerste decennium als dichter afsloot, opent Hoorne met 'Het is fijn om van pluche te zijn' op grootse en bijwijlen sublieme wijze zijn jaren 10.
Na 'Grootste Hits! De Jaren Nul', waarmee hij eind 2009 zijn eerste decennium als dichter afsloot, opent Hoorne met 'Het is fijn om van pluche te zijn' op grootse en bijwijlen sublieme wijze zijn jaren 10.