Vier getalenteerde conservatoriumstudenten vormen samen Het Keuriskwartet. Al aan het begin van het boek blijkt dat zij schuldig zijn aan een misdaad, maar voor de lezer blijft tot vlak voor het einde onduidelijk wat er precies is gebeurd. De studenten, drie jongens en een meisje, hebben tegengestelde karakters. Zij worden niet gebonden door vriendschap - de afwezigheid ervan is zelfs opzienbarend - maar door hun ambities en het noodlot dat ze door diezelfde ambities over zichzelf hebben afgeroepen. Tegelijk is er wel sprake van onderlinge seksuele aantrekkingskracht en staat hun verhouding steeds onder spanning.
Anja Sicking heeft een dwingende, meeslepende manier van vertellen. Zij schrijft met vaart en haar proza is uiterst sober. Zij stelt grote thema’s aan de orde: jaloezie, loyaliteit, vriendschap en ambitie.