Een jonge dertiger uit het studentenhuis van Raskin, verongelukt in een dramatisch auto-ongeval. De overledene blijkt bij niets of niemand thuis te horen. Wie was die man toch? Waar kwam hij vandaan? Wie was zijn familie? Brigitte Raskin ging op zoek. Via registers en archieven en gesprekken met mensen die hem gekend hadden vormt ze zich een beeld van Frans Maes. Stukje bij beetje reconstrueert ze zijn leven, een hondenleven blijkt later.