Indringende reportages, essays en autobiografische teksten 'Wie leeft loopt littekens op. Niemand blijft gevrijwaard van pijn, schaamte, angst, vernedering, schuld, falen, leugens en verraad. Uit welke bron ontspringt dan het "en toch"? Naamloze vreemden en dichtbije verwanten, van wie een aantal in dit boek, lieten me zien dat je misschien niet kunt verhinderen dat de kwaadaardige raven over je hoofd vliegen, maar wel dat ze zich er nestelen.' - Colet van der Ven Hoe komt het dat een mens uitgroeit tot dader van een geweldsmisdrijf of een ernstig zedendelict? Wat zijn de mechanismen achter vernederen, pijnigen, moord en doodslag? Is er een verband tussen pesten en genocide? Wat is de relatie tussen taal en geweld? Hoe kunnen we innerlijke tegenkrachten ontwikkelen tegen de destructieve neigingen in onszelf? Deze vragen houden Colet van der Ven al een groot deel van haar leven bezig. Tijdens haar studie orthopedagogiek liep ze stage in een jeugdgevangenis. Vóór haar eerste stappen in deze inrichting had ze een geromantiseerd beeld van jonge delinquenten: ruwe bolsters met blanke pitten. Dat beeld werd al snel achterhaald door de veel complexere werkelijkheid. Verwarrend complex. Ze stapte een andere wereld binnen. Een wereld van tralies en hekken en andere codes, waar woorden andere betekenissen hebben. Het kwaad en ik is de neerslag van een persoonlijke queeste die nu, 35 jaar later, nog altijd in volle gang is. Colet van der Ven heeft in haar leven vele mensen ontmoet die te maken hadden met geweld - als dader, slachtoffer of allebei - en zij schrijft daarover in indringende reportages, essays en autobiografische teksten. Daarmee probeert zij onze oren en ogen te scherpen, zodat we met iets meer waardigheid gestalte kunnen geven aan notre métier d'homme, zoals Albert Camus dat noemde.