In Het kwade uur schildert Gabriel García Márquez aan de hand van de gebeurtenissen in een Colombiaans dorpje de geschiedenis sinds de onafhankelijkheid. Ridicule burgeroorlogen volgen elkaar op, de kerk zegeviert over het geweten en de burgerlijke en militaire machten regeren door geweld en onderdrukking. Niet lang na een periode van politieke terreur kabbelt het leven weer vredig voort in een typische siëstasfeer. Tot de schotschriften die elke morgen op een andere deur worden aangeplakt niet langer de algemeen bekende roddels bevatten, maar opnieuw voor onrust zorgen in het dorp.