Verlies en verandering kenmerken het leven. Minke Douwesz schetst in haar derde roman de gebeurtenissen die Ese Jelles, lerares Duits, 53 jaar oud, van de ene dag op de andere haar baan doen opzeggen en op de fiets laten stappen, weg van huis, met een hoofd vol malende gedachten. Onderwijsvernieuwing en de dood van haar geliefde Martie zijn de duidelijke aanleidingen voor deze plotselinge stap. Maar er speelt meer.
Afwisselend op fietspaden door Duitsland en Polen – richting het huis van Ese’s grote held Anton Tsjechov, in Jalta op de Krim – en in haar hoofd en haar verleden, toont Douwesz in haar typerende stijl hoe het besluit tot deze reis genomen werd. En waar het toe leidt.