Afdera Brooks? grootmoeder ligt op sterven in haar huis in Venetië en vraagt haar kleindochter de inhoud van een kluis in New York op te halen. Het eeuwenoude manuscript dat Afdera daarin vindt lijkt een verloren evangelie te zijn, het evangelie van Judas Iskariot. Afdera?s poging de oorsprong van het geschrift te achterhalen voert haar van Zürich naar Alexandrië en van Cairo naar Akko. Iedereen met wie ze contact heeft wordt kort daarna dood aangetroffen, met een achthoekige lap op het lichaam. Maar er is geen weg terug, zeker niet als ze bij de spullen van haar twintig jaar eerder verongelukte ouders eenzelfde stuk stof vindt. Op het spel staan Afdera?s persoonlijke geschiedenis en de geschiedenis van het christendom.