In een poging het lot te bezweren dwingt Clarissa zichzelf tot vitaliteit en leven. Ze laaft zich aan klassieke schilderkunst en neemt Joris iedere dag mee naar het bos om vertrouwen te krijgen in een goede afloop. Zo kan hij zien dat, na de kaalslag van herfst en winter, de loofbomen in de lente beslist weer frisgroen uitbotten. Om Joris en zichzelf ervan te overtuigen dat lang niet alle verwonde lammeren doodgaan, reizen ze naar Gent om daar samen Het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck te bekijken.
Zuiver en subtiel en zonder het geringste spoor van sentimentaliteit beschrijft Jannie Regnerus hoe een moeder zich staande probeert te houden tegenover het leed van haar kind. Het is de ongewone combinatie van beelden-associaties-taal die deze kleine roman tot grootse literatuur maakt.