In 1998 publiceerde Luuk Gruwez in de reeks Privé-domein zijn veelgeprezen autobiografische boek Het land van de wangen. Ruim twintig jaar later is daar het pendant van dit boek, Het land van de handen. Waar het eerste verwees naar het destijds door Gruwez enigszins geïdealiseerde oosten van Vlaanderen, staat het tweede voor het westen van Vlaanderen, waar zijn wortels liggen en waaraan hij, ouder geworden, met een zekere nostalgie terugdenkt. Een verkwikkende mix van brieven, dagboekaantekeningen en droomrelazen doet de lezer terechtkomen in het huis van Stijn Streuvels, de psychiatrische inrichting in Zoersel, de Westhoek en de cisterciënzerabdij van Westvleteren, waar dit boek der herinneringen zijn veelbetekenende apotheose beleeft.