De gedichten in Het leven van werken met het abstracte en het meest persoonlijke en vooral met de spanning daartussen als beide zo intens mogelijk zijn. Het leven van gaat over leven en dood en is niet bang voor emoties of redeneringen. De op het eerste gezicht eenvoudige vorm - elk gedicht bestaat uit een opeenvolging van zinnen - en de (quasi-)autobiografische toon en inhoud helpen de lezer het gedicht in te trekken en wat er daarin gebeurt mee te denken en mee te beleven. Grappig en hard zijn ze ook, soms hartverscheurend.