China, elfde eeuw voor Christus. De Shang-dynastie van keizer Zhou Xin ligt onder vuur. Barbaren trekken op naar de stad Yin. Koning Wu ziet in een zonsverduistering het teken dat de goden het heersende gezag niet meer ondersteunen.
In het leven van Fu Chen speelt de onrust geen rol. Hij zorgt er in de twaalfde nederzetting voor dat de rivier niet buiten haar oevers treedt. Op een dag wordt een afvallige vrouw zijn dorp binnengebracht. Ze heeft de doodstraf gekregen en wacht op de voltrekking van het vonnis.
Voor Fu Chen is ze al snel meer dan zijn gevangene. Als zij weet te ontsnappen, volgt hij haar op een reis dwars door het geteisterde rijk en ontdekt hij dat er meer aan de hand is.
De pers over Ma oest:
'Hij toont dat hij in staat is om in weinig woorden veel impliciet duidelijk te maken.' - NRC Handelsblad
'Hij weet bewondering af te dwingen in het laveren tussen drama en melodrama.' - de Volkskrant
'Het is een ambitieuze roman over mislukte ambities. Maar waar zijn hoofdpersoon stukliep, slaagt Novaire.' - Juryrapport Libris Literatuur Prijs