Alice gelooft niet in geluk. Ze gelooft wel in de liefde – ze is al langere tijd verliefd op haar beste vriend Teddy. Voor zijn achttiende verjaardag koopt ze voor de grap een lottokaartje voor hem. Het blijkt bizar genoeg het winnende lot te zijn en Teddy wint 140 miljoen.
Eerst lijkt het wel een droom. Alice en Teddy hebben allebei al zo veel pech gehad in hun leven. De ouders van Alice zijn overleden toen ze nog heel klein was. Niet lang daarna verdween de vader van Teddy van het toneel, waardoor zijn moeder met een grote berg schulden achterbleef. Teddy en Alice vonden toen steun in hun vriendschap, en zijn sindsdien onafscheidelijk geweest. De enorme prijzenpot blijkt ze steeds verder uit elkaar te drijven. Na een tijdje voelt de prijs niet meer als de jackpot maar meer als een vloek.
Eerst lijkt het wel een droom. Alice en Teddy hebben allebei al zo veel pech gehad in hun leven. De ouders van Alice zijn overleden toen ze nog heel klein was. Niet lang daarna verdween de vader van Teddy van het toneel, waardoor zijn moeder met een grote berg schulden achterbleef. Teddy en Alice vonden toen steun in hun vriendschap, en zijn sindsdien onafscheidelijk geweest. De enorme prijzenpot blijkt ze steeds verder uit elkaar te drijven. Na een tijdje voelt de prijs niet meer als de jackpot maar meer als een vloek.
