Op een donderdag wordt Jonas Zomer door zijn ouders het kinderziekenhuis binnengedragen. Er volgen roerige weken, waarin het kind op het randje van de dood balanceert. Zijn moeder Sandra blijft dag en nacht aan de zijde van Jonas en begint het ziekenhuis meer en meer te zien als een levend wezen, een monsterlijke walvis die haar en haar zoon heeft opgeslokt.
Mark Boog baseerde deze roman deels op de gedetailleerde ziekenhuisverslagen van de opname van zijn zoon.
Mark Boog baseerde deze roman deels op de gedetailleerde ziekenhuisverslagen van de opname van zijn zoon.