De negentienjarige joodse Emma Bau is nog maar drie weken getrouwd wanneer nazitroepen Krakau bezetten. Haar man, Jakob, sluit zich al snel aan bij het verzet, en Emma wordt met haar ouders opgesloten in het overbevolkte getto in de stad. Op een nacht weet het verzet haar het getto uit te smokkelen, waarna ze bij Jakobs katholieke tante Krysia gaat wonen. Vanaf dat moment is ze Anna Lipowski, een niet-joods meisje uit Gdansk.
Met haar nieuwe identiteit is ze relatief veilig, tot ze de aandacht trekt van een hooggeplaatste naziofficier, Kommandant Richwalder. Hij vraagt haar voor hem te komen werken. Onder druk van de verzetsbeweging, die op zoek is naar informatie over de nazi's, accepteert ze de baan. Maar wanneer Richwalders belangstelling voor haar persoonlijk blijkt te zijn, komt ze voor de moeilijkste keus van haar leven te staan: om Jakob te helpen moet ze hem en hun huwelijk verraden...
